Het recht op onderwijs van kinderen met een specifieke onderwijs-behoefte

Een internationaalrechtelijke en rechtsvergelijkende studie met het oog op het formuleren van aanbevelingen voor het leerzorgkader.

Het project past in de huidige discussie over de invoering van het zogenaamde ‘Leerzorgkader’, de op stapel staande fundamentele hervorming van het buitengewoon onderwijs in Vlaanderen. Het doel van het onderzoek bestaat erin zeer praktische antwoorden te formuleren over de regels die van toepassing zijn op het recht op onderwijs van kinderen met een handicap.

Het onderzoek zal in de eerste plaats een grondige studie omvatten van de verschillende internationaal-rechtelijke bepalingen die onderwijsrechten toekennen aan personen met een handicap.  Het VN-Verdrag betreffende de rechten van personen met een handicap, en meer bepaald het onderwijsartikel 24 waarin een recht op inclusief onderwijs wordt toegekend, staat centraal. Naast de mensenrechtenverdragen vormen ook de bepalingen  inzake onderwijs en vooral inzake niet-discriminatie in het recht van de Europese Unie een belangrijk onderzoeksdomein.  Tenslotte wordt de link gelegd met de Belgische en Vlaamse regelgeving inzake niet-discriminatie- en gelijke kansen.  Al deze beleidsniveaus hanteren telkens lichtjes afwijkende definities, toepassingsgebieden en oplossingen.  De onderlinge verhouding tussen deze verschillende regelgevingniveaus wordt onder de loep genomen en voorstellen zullen worden geformuleerd om eventuele anomalieën op Vlaams niveau weg te werken.

Om hiertoe te kunnen komen bevat het onderzoek ook een belangrijk  rechtsvergelijkend gedeelte.   In landen waar het recht op inclusief onderwijs reeds langer bestaat – vooral Angelsaksische landen – bestaan er systemen van rechtsbescherming en daaruit voortvloeiend, jurisprudentie.  Uit de bestudering van deze kunnen lessen getrokken worden voor de invulling van het eigen systeem. 

De studie beoogt niet louter een theoretische analyse van deze bepalingen, maar tracht aan de hand van de cases die door de projectpartners worden aangeleverd uitgaande van de theoretische kaders concrete antwoorden en aanbevelingen te formuleren. Deze kunnen gebruikt worden zowel bij de verdere concrete decretale invulling van het Leerzorgkader als in de adviespraktijk over onderwijsrechten, zowel aan particulieren als aan scholen en leerkrachten.

Contact

MDO@kdg.be

  • Duur onderzoek: 1 oktober 2010 - 31 december 2011

  • Projectpartners: Katholieke Vereniging voor Gehandicapten vzw, Die-'slekti-kus vzw

  • KdG-medewerkers: Machteld Verbruggen