'Van kerstmarkten tot ijspistes, vuurwerk en eindeloos shoppingplezier. Allemaal om zoveel mogelijk bezoekers en dagjestoeristen aan te trekken. Maar schiet dit niet z'n doel voorbij?' vraagt onderzoekster Christine Merckx. 'Dienen onze steden en gemeenten zich niet voornamelijk te richten op hun eigen inwoners, hun behoeften en hun welzijn?'
"Met bijna 1,25 miljoen bezoekers was de Winter in Antwerpen vorig jaar een groot succes en dé place to be tijdens de feestdagen", vertelde Antwerps burgemeester Bart De Wever trots en herhaaldelijk in de media. 'Ook na vier weken Winterfeesten in Gent stond de teller op ruim 1,2 miljoen bezoekers', licht medeorganisator Christophe Burrick toe. 'De 150 chalets, 700 vierkante meter schaatsbaan, 1.800 meter metalen constructies, een miljoen lichtjes, 500 kerstbomen en honderden vaten bier verdwenen uit het stadscentrum. Het reuzenrad was met meer dan 50.000 bezoekers een voltreffer.' Burgemeesters blikken tevreden en vooral met erg luide stem terug. Maar is dit wel terecht? Bepaalt het aantal bezoekers het succes van een publieksevenement of is dit net iets te kort door de bocht? Moet er niet ietsje dieper gegraven worden vooraleer dergelijke uitspraken in de media te gooien?
Als onderzoekers aan Karel de Grote Hogeschool (onderzoeksgroep 'ROI voor publieksevenementen') vinden wij alvast van wel. Al meer dan drie jaar verrichten wij onderzoek naar de impact van publieksevenementen. We zoeken hierbij naar antwoorden op vragen zoals: Wanneer is een publieksevenement succesvol voor de gemeente waarin het wordt georganiseerd? En vooral: Hoe kan je dit succes meten?
We ontwikkelden een methodologie die vertrekt vanuit het eenvoudige principe dat gemeenten terug dient te brengen naar de kern van hun bestaan: hun inwoners. Ook de grondwet stelt duidelijk dat onze gemeenten in de eerste en voornaamste plaats moeten voorzien in de collectieve noden van hun inwoners, ook bij het ondersteunen of organiseren van evenementen. Enkel wanneer de bezoekers of dagjestoeristen voorzien in een directe of indirecte return voor de inwoners op de investment die deze inwoners hebben gedaan, kan men van een succes beginnen spreken.
Maar dergelijke analyses gebeuren vandaag helaas nog veel te weinig. Het evenementenaanbod neemt nochtans jaarlijks toe, in tegenstelling tot de overheidsbudgetten. Burgemeesters willen steeds meer en steeds grotere evenementen met steeds meer bezoekers. Maar is dit wel altijd in het voordeel van de inwoners? Steden zoals Amsterdam, Venetië en Barcelona ondervinden aan den lijve de negatieve gevolgen van dit overaanbod en vooral van de overlast van het massatoerisme op het welzijn van de inwoners. Ontevreden inwoners komen op straat, ze protesteren en zijn de bezoekers liever kwijt dan rijk. Ze willen hun stad terug.
Tegen het tempo dat er vandaag grootschalige evenementen worden georganiseerd en bezoekers worden geronseld, zal het niet lang meer duren tot dit rampenscenario zich ook zal manifesteren in Vlaanderen. Denk maar aan ons idyllisch Brugge, dat zich positioneert als het Venetië van het Noorden en nu al met de grenzen van haar succes flirt. Maar zelfs ook al loopt het nog niet zo'n vaart in vele andere Vlaamse gemeenten, het zou vanzelfsprekend moeten zijn dat burgemeesters en organisatoren van evenementen voorzichtiger moeten omspringen met het belangrijkste goed dat ze in handen hebben, en dat is hun lokale bevolking.
Voordat burgemeesters in de media het succes van hun publieksevenementen verkondigen dankzij het groot aantal bezoekers, zoals bij de Winterfeesten, zou er dan ook eerst wat dieper nagegaan moeten worden wat de impact ervan is voor hun inwoners. Evenementen in het algemeen en grootschalige publieksevenementen in het bijzonder kosten de inwoners ook nog eens handenvol geld. Maar wat levert het hen op? Worden de lasten van deze evenementen voor de inwoners gecompenseerd door de lusten? En zo ja, op welke manier? En hoe wordt dit gemeten?
We raden burgemeesters aan om hun uitspraken over succesvolle publieksevenementen en de nuttige aanwending van de belastingsgelden van hun inwoners eerst te onderbouwen met een gefundeerde analyse over de voordelen ervan voor hun inwoners. Hiervoor kunnen ze de meetinstrumenten gebruiken die wij vanuit ons wetenschappelijk onderzoek ontwikkeld hebben om de Return On Investment (ROI) ervan voor hun inwoners vast te stellen. Deze staan voor de sector gratis ter beschikking op onze onderzoekswebsite. Door dit soort instrumenten systematisch in te zetten kan er snel en eenvoudig nagegaan worden wat de maatschappelijke en economische lokale impact is van publieksevenementen. Enkel met deze kennis kan er op een objectieve, transparante, vergelijkbare en vooral op een geloofwaardige wijze gecommuniceerd worden over de impact en het succes van deze evenementen.
Christine Merckx is hoofdonderzoeker aan de onderzoeksgroep ROI voor publieksevenementen van de Karel de Grote Hogeschool.