Studenten Vroedkunde nemen materniteit over

Veertien studenten Vroedkunde van de Karel de Grote-Hogeschool (KdG) en Artesis Plantijn Hogeschool (AP) nemen de materniteit in ZNA Jan Palfijn over. In dit unieke stageconcept gaan de studenten aan de slag als volwaardige vroedvrouwen. De mentoren van de hogescholen en de vroedvrouwen van het ziekenhuis begeleiden, maar met de handen op de rug. “Een heel leerrijke ervaring”, vindt Cynthia De Beer, derdejaarsstudente aan AP Hogeschool. “We krijgen hier een totaalbeeld van wat onze job binnenkort zal inhouden.”

Met een stapel schoolboeken en foto’s van Anne Geddes richtten ze een patiëntenkamer in ZNA Jan Palfijn in als werkpost. Hier overlopen ze de dossiers van de kersverse moeders op de materniteit met elkaar, met de praktijklectoren van beide hogescholen en de mentoren van de ziekenhuisafdeling.

 “De studenten lopen stage op de materniteit, maar ook in de verloskamer”, vertelt Marina Vissers, praktijklector aan KdG. “Ze zijn verantwoordelijk over acht bedden en wisselen elkaar af in twee vroege, twee late, één nacht- en één dag-shift.” De twee praktijklectoren van de hogescholen en de mentoren van het ziekenhuis dragen de eindverantwoordelijkheid, maar laten de studenten volledig zelfstandig werken. “Dat heet een leerwerkplek. De studenten staan in voor de verzorging, de labo-aanvragen, communiceren rechtstreeks met de betrokken artsen, regelen het ontslag, voeren het ontslaggesprek, kortom alles wat er komt kijken bij het werk van een vroedvrouw.”

 “De bedoeling is dat de stagementoren pas ingrijpen wanneer er gevaar dreigt”, verklaart Vissers. “Dat loslaten was in het begin niet evident, maar nu werken de studenten volledig zelfstandig.” Ook voor de studenten was het een heel andere manier van werken. “Eerst was het wel eng, dat je alles plots zelf moest doen”, getuigt Cynthia. “Maar nu merk ik hoeveel je daarvan leert en hoe je daarin groeit. Ik sta nu veel sterker in mijn schoenen en voel mij veel meer klaar voor het echte werk.”

 Ook de moeders op de materniteit reageren positief. “Tijdens een ontslaggesprek zei een moeder die hier al meermaals verbleef dat dit toch een van de beste keren was”, aldus de studente.

 “Voor de ziekenhuisdienst is het een voordeel dat ze later kunnen rekruteren uit een groep studenten die ze al kennen. Bovendien kan het ook verrijkend zijn om de ideeën te horen van een student, die toch al veel stages gelopen heeft en veel verschillende manieren van werken gezien heeft”, stelt Marina Vissers. Hoewel de meerwaarde van dit soort stage buiten kijf staat, is het toch niet evident om ze geregeld te krijgen. Aan deze leerwerkplek is dan ook anderhalf jaar voorbereiding vooraf gegaan. “Het vraagt echt een grote inspanning van de ziekenhuisdienst. Het gaat niet alleen om een andere manier van werken, er komen ook heel wat praktische regelingen bij kijken, zoals log-ins voor de medische dossiers en de computergestuurde kasten en heel wat andere extra administratie. We zijn ZNA dankbaar dat de leerwerkplek hier kan doorgaan.”

Hoofdvroedvrouw van ZNA Jan Palfijn, Annemie Vercruysse, blikt ook tevreden terug: “Alles is goed verlopen en dit project is zeker voor herhaling vatbaar. We hopen volgend jaar opnieuw samen te kunnen werken en de stageperiode misschien zelfs nog te verlengen.”

Deze eerste Vlaamse verloskundige leerwerkplek loopt nog tot het einde van deze week.