Vanaf 2017 zullen lokale besturen instaan voor een geïntegreerd vrijetijdsaanbod voor schoolgaande kinderen vanaf 3 jaar. Om opvang en vrije tijd zinvol te laten samengaan, zal samenwerking nodig zijn tussen de huidige opvanginitiatieven en externe partners, waarbij opvang en partners elkaar kunnen versterken. Het decreet zal ook een referentiekader bevatten met als doelstellingen onder meer:
- Het aanbod: diversiteit en continuïteit (om maximale ontplooiingskansen te bieden)
- Participatie van kinderen en ouders (Bisconceptnota 2015)
Uit een recent belevingsonderzoek naar ervaringen van kinderen in de buitenschoolse opvang blijkt dat kinderen ervan houden als begeleiders de dagelijkse routine doorbreken en als het aanbod regelmatig wisselt en hen uitdaagt (Peleman, Boudry, Bradt, Van de Walle & Vandenbroeck 2014). Een samenwerking tussen opvang en kunsteducatie kan tegemoetkomen aan de verwachtingen van kinderen én van het toekomstige decretale kader.
Kunsteducatie heeft een effect op zeer diverse terreinen, van persoonlijke ontwikkeling over bijdragen tot verbeeldingskracht, gezondheid, welzijn en sociale cohesie. (De Rynck, 2014) Omdat de gezinscontext een cruciale rol heeft in het vertrouwd maken van kinderen met kunst, richt het aanbod van cultuurhuizen zich vaak op deze context. In de praktijk slagen cultuurhuizen er niet altijd in om een divers publiek bereiken. De schoolcontext corrigeert dit ten dele. (Participatiesurvey, 2014) De opvangcontext kan deze correctie versterken.
Momenteel doet de buitenschoolse opvang nauwelijks aan kunsteducatie. Nochtans biedt deze context kansen voor kunsteducatie door een interessante mix van factoren: vrije tijd én een erg divers publiek. In de opvang kunnen (jonge) kinderen warm gemaakt worden voor de kunsten. Op die manier kan de opvang nieuwe ontplooiingskansen bieden, ook aan kinderen die anders moeilijk toegang vinden tot kunst en cultuur. Bovendien vormt de jonge doelgroep (kinderen vanaf 3 jaar) een meerwaarde. Deelname aan kunst en cultuur op jonge leeftijd heeft een significant effect op cultuurparticipatie op volwassen leeftijd. (Participatiesurvey, 2014)
We merken dat de kunsteducatieve sector en buitenschoolse opvang elkaar voorzichtig beginnen opzoeken, maar deze initiatieven zijn geen onverdeeld succes. Ze stoten op moeilijkheden die onder andere voortkomen uit onvoldoende achtergrond en kennis van de werking van een opvangsetting. Kinderen hebben al een hele of een halve schooldag achter de rug en vragen om een andere aanpak dan diegene je tijdens een gewone kunsteducatieve sessie gebruikt. Het doen matchen van de context van vrij spel en de ‘klassieke’ kunsteducatieve aanpak is niet evident.
Welke informatie, handvatten, tips, tools,… heeft een kunsteducatieve begeleider nodig voor hij begint aan kunsteducatie in de buitenschoolse opvang? In ons onderzoek proberen we deze belangrijke aspecten zichtbaar te maken en ontwikkelen we een vorming om hieraan tegemoet te komen. We hopen dat op deze manier de (schaarse) budgetten zo zinvol mogelijk ingezet kunnen worden.
We volgen verschillende kunsteducatieve projecten in de buitenschoolse kinderopvang en verzamelen ervaringen en inzichten. Daarnaast proberen we een overzicht te geven van het versnipperde landschap, zowel het kunsteducatieve als dat van de buitenschoolse opvang. We zullen ook verschillende kunsteducatieve methodieken en werkvormen bespreken en de inzetbaarheid ervan nagaan.
Contact
- Duur onderzoek: september 2016 - augustus 2017
- Projectpartners: Kunst in Zicht vzw, Het Paleis vzw
- KdG-medewerkers: Monique Van Boom, Ben Vanmeenen, Inge Van Reeth
- Onderzoekscentrum: Pedagogie in Praktijk
Meer weten, samenwerken of een persvraag?
Je kan bij ons onderzoekscentrum Pedagogie in Praktijk bijvoorbeeld terecht voor:
- Ondersteuning die past bij organisaties die werken met kinderen en hun gezinnen.
- Intervisie, werkplekleren, spellen, methodieken en online reflectietools.
Contacteer ons vrijblijvend
- Bel +32 3 613 15 12
- E-mail karolien.vangeldre@kdg.be