Alle kinderen naar buiten

Een groene buitenruimte in de kinderopvang is niet alleen goed voor kinderen maar heeft ook positieve effecten op het welzijn van kinderbegeleiders. Het onderzoekscentrum Pedagogie in Praktijk van KdG onderzocht welke factoren van natuurlijke speelruimtes voor dat positieve effect zorgen: minder werklast, rustige kinderen en minder conflicten, meer vervulling, rust en vrede, kleine pleziertjes en collega’s ontmoeten

Goed voor kinderen en volwassenen

Meer en meer kinderdagverblijven in Vlaanderen vergroenen hun buitenruimte omdat ze overtuigd zijn van de voordelen van natuurlijke speelomgevingen voor jonge kinderen. Natuurlijke speelomgevingen stimuleren kinderen om te ontdekken en te bewegen. Bovendien geeft een groene omgeving een rustgevende invloed op kinderen.

Maar een groene buitenomgeving is niet alleen goed voor kinderen, ook kinderbegeleiders profiteren ervan. Het heilzame effect dat buiten gaan met de kinderen heeft op volwassenen in de opvang is een aspect dat in onderzoek weinig belicht wordt. Nochtans vormt de positieve impact op het werk van kinderbegeleiders in tijden van stress een belangrijk argument voor een natuurlijke buitenomgeving.

Buitenspelen

Obstakels?

Onderzoeker Nina Geuens interviewde drie experts en acht medewerkers uit de kinderopvang om te weten te komen welke aspecten van de natuurlijke buitenruimte het welzijn van kinderbegeleiders beïnvloeden, welke obstakels kinderbegeleiders tegenkomen wanneer ze buiten gaan met kinderen en hoe begeleiders omgaan met deze drempels. De respondenten kwamen uit zes Antwerpse kinderdagverblijven die in de laatste drie jaar hun buitenruimte vergroenden. Uit de interviews kwamen enkele opvallende vaststellingen naar voor.

Kinderbegeleiders rapporteren dat ze minder werk hebben wanneer ze meer tijd met de kinderen buiten spenderen. Heel wat buitenactiviteiten vragen weinig voorbereiding. Een natuurlijke buitenruimte varieert vanzelf doorheen het jaar en biedt een stimulerende speelomgeving voor kinderen zonder dat begeleiders daar veel voor moeten doen. Begeleiders hebben minder dan binnen het gevoel dat ze kinderen voortdurend moeten entertainen. De meerderheid van de kinderen voelt zich goed buiten waardoor begeleiders zich kunnen richten op de kinderen die meer aandacht nodig hebben.

Daarnaast geeft de groene buitenruimte meer vrijheid aan kinderen. Kinderen die nood hebben aan actie kunnen rondhollen terwijl kinderen die rust zoeken die buiten makkelijker kunnen vinden. Dat maakt dat er buiten minder regels nodig zijn.

Wanneer we binnen zijn komen kinderen vaak naar ons met de vraag: wat gaan we doen? Zijn we buiten, dan doen ze dat niet. We kunnen gewoon een overzicht houden. Maar we kunnen ook relaxen en van de frisse lucht genieten.
Kinderbegeleider

Rust, vervulling en vrede

Kinderbegeleiders geven aan dat kinderen zich anders gedragen wanneer ze buiten zijn. Ze zijn rustiger en aangenamer. In een natuurlijke buitenruimte is veel tegelijk te beleven en te ontdekken waardoor kinderen minder tijd hebben om ruzie te maken.

Begeleiders voelen zich meer vervuld wanneer de kinderen buiten zijn. Ze kunnen de kinderen meer variatie, stimuli en ontwikkelingskansen bieden. Ze zien dat kinderen ervan houden om buiten te zijn, creatief bezig zijn en zowel motorisch als cognitief gestimuleerd worden.

Op verschillende manieren vertellen kinderbegeleiders hoe ze rust en vrede vinden wanneer ze met de kinderen buiten zijn. Er is minder lawaai en drukte buiten. Ze beschrijven de buitenruimte als een plek waar ze kunnen genieten.

We kunnen de kinderen meer ontwikkeling geven door buiten te spelen. Ook met de fietsen met of zonder trappers zo kan je hun ontwikkeling en motoriek meer stimuleren. Ze krijgen ook meer respect voor de natuur en als je ze ziet groeien denk ik: ja, nu heb ik het goed gedaan, hiervoor doe ik het.
Kinderbegeleider

Kleine geneugten en ontmoeting

Kinderbegeleiders vinden pleziertjes in de buitenruimte bijvoorbeeld door bloemen te plukken voor collega’s, munt te knippen voor een verse muntthee en te kijken naar volgelnesten. Deze kleine dingen brengen geluk en verbinding in het team.

Ze gaan ook graag naar buiten omdat ze daar collega’s kunnen ontmoeten. Binnen zitten ze vaak alleen met hun groep kinderen. Buiten kunnen ze het werk verdelen en elk een deel van de tuin in het oog houden.

Drempels worden overwonnen

Uit de interviews kwamen een aantal drempels naar voor die in drie grote categorieën kunnen verdeeld worden: ontwerp en inrichting, dagelijkse praktijk en organisatie, cultuur en beleid.

Wat het ontwerp en de inrichting betreft, geven professionals aan dat het niet makkelijk is om een stenen buitenruimte te vergroenen. Het was veel werk en duur. Ouders zijn daarbij bezorgd over mogelijke gevaren.

Praktische drempels om buiten te gaan zijn: vuil, kinderen die dingen in hun mond steken, aan- en uitkleden van kinderen om buiten te gaan, met baby’s naar buiten gaan, naar buiten gaan terwijl sommige kinderen slapen, potjestraining, de warme maaltijd buiten eten en slecht weer.

De begeleider-kindratio was een organisatorische drempel die vaak naar voor kwam. Een verandertraject naar een groene buitenruimte bracht verder bezorgdheden over risico’s en welke activiteitenbegeleiders konden doen. Het opruimen van de tuin kan een drempel vormen.

Tegelijk met het vernoemen van de drempels vertelden de professionals hoe ze die drempels overwonnen. Belangrijk daarbij is om open te communiceren met de teamleden en de ouders en hen beiden sterk te betrekken in het proces van het vergroenen van de buitenruimte.

Meer weten, samenwerken of een persvraag?

Je kan bij ons onderzoekscentrum Pedagogie in Praktijk bijvoorbeeld terecht voor:

  • Ondersteuning die past bij organisaties die werken met kinderen en hun gezinnen.
  • Intervisie, werkplekleren, spellen, methodieken en online reflectietools.

Contacteer ons vrijblijvend