[Opinie] Veerkracht voor starters in de zorg: geen luxe, maar noodzaak

Het recente artikel in De Standaard over het stijgende aantal twintigers dat uitvalt door depressie of burn-out belicht een pijnpunt dat vooral actueel is bij verpleeg- en zorgkundigen. Binnen deze beroepen zien wij als onderzoekers binnen het Samen aan Z-project (Interreg Vlaanderen-Nederland), waarin we het traject Veerkrachtig starten uitrollen, duidelijke patronen ontstaan. In het traject ‘Veerkrachtig Starten’ brengen we starters (peers) samen om met behulp van evidence-based technieken en een gestructureerd facilitatieproces hun opstartuitdagingen te verkennen en best practices uit te wisselen. Werken aan veerkracht staat centraal. Dit traject legt een hiaat in de huidige opvang en begeleiding van startende verpleeg- en zorgkundigen bloot, namelijk de gemiste kans om nieuwe, startende zorgverleners een doordachte en ondersteunende ontvangst te geven. 

De realiteit is helder: de instroom in de zorg is broos en de uitstroom vroegtijdig. Het is dus tijd voor actie.

Inzetten op lange termijn en geen 'vuurtjes blussen' meer

Het management en de HR-diensten binnen zorgorganisaties doen hun uiterste best, maar blijvend werken aan een langetermijnbeleid om duurzame oplossingen te vinden voor de vroegtijdige uitstroom van heel wat nieuwe krachten, blijft essentieel. Om hen optimaal te begeleiden tijdens hun eerste werkervaringen is het onvoldoende om hen met een mooi voorstel naar de werkvloer te lokken wanneer ze nog stage lopen. Deze aanpak is zeker helpend om op korte termijn de “gaten” in het personeelsbestand die er in de loop van de jaren zijn ontstaan op te vullen. 

Echter, het blijkt dat vele starters na hun aanwerving als “vaste kracht” een heel andere ervaring krijgen. Dat horen wij toch van “onze starters”. De starters worden in het beste geval tijdens de eerste weken ondergedompeld in de te volgen procedures en richtlijnen en leren de teamcultuur kennen. Soms krijgen ze een ‘buddy’, ‘meter’ of ‘peter’ toegewezen. In het slechtste geval worden ze zonder veel uitleg op de afdeling losgelaten en moeten ze het maar zien te redden. In dat geval wordt er heel wat klinisch leiderschap van hen verreist. De kloof tussen hun ervaring op stage en de werkelijke ervaring als werknemer ligt hier niet altijd dicht bij elkaar. Het is vanzelfsprekend dat dit zeer overweldigend kan zijn voor vele starters, of dit nu prille twintigers of al iets oudere individuen zijn, waardoor de twijfel snel rijst of ze de juiste beroepskeuze hebben gemaakt. De startende zorgverleners die wij begeleiden geeft in het overgrote deel aan vaak niet te weten waar ze naartoe kunnen om over deze ervaringen te spreken. 

Wanneer een team van leidinggevenden en directies voornamelijk werkt aan kortetermijnoplossingen, is deze kost niet verdedigbaar en blijft dezelfde negatieve spiraal aan de gang. Wat steeds verder leidt tot uitgebluste en tot op de limiet gestretchte zorgverleners. Investeren in een degelijke ondersteuning van startende zorgverleners is een “kost” op het eerste zicht; in de toekomst zal het bijdragen tot een verlaagde vroegtijdige uitstroom en een veranderende teamcultuur in het algemeen.

Peerondersteuning helpt

Een eerste sleutel tot verandering ligt bij peerondersteuning. In ons recent project zien we hoe krachtig het is om starters te verbinden met elkaar in een veilige groep onder begeleiding van personen die de organisatie kennen, zonder een directe hiërarchische relatie te hebben met de starters. Tijdens deze begeleide sessies vinden starters de ruimte om twijfels en emoties te delen, dingen waar ze vaak nergens anders mee terechtkunnen. Het geeft houvast en normaliseert de zoektocht die velen doormaken bij de overgang naar het werkveld. De wetenschap dat ze niet alleen tegen deze twijfels en emoties aanlopen, sterkt hen om hiermee aan de slag te gaan.

Uiteraard komt deze ondersteuning met een “kost”. Elk uur dat een nieuwe werknemer niet op de dienst aanwezig is, heeft uiteraard een impact op de werkorganisatie en daaraan gekoppeld een economische consequentie. Internationale studies tonen echter dat dergleijke ‘sociale ondersteuning’ net een veelbelovende investering op lange termijn is.

De overgang van opleiding naar praktijk verdient meer aandacht

De transition to practice – van opleiding naar werkvloer – is een kritiek moment. Dat weten we ook uit wetenschappelijke literatuur en vanuit onderzoek van collega’s aan Universiteit Antwerpen. Opleidingen zouden al tijdens de studiejaren systematisch aandacht moeten besteden aan veerkracht en professionele identiteit, en die begeleiding ook doorzetten na afstuderen. Hogescholen hebben hierin een opdracht als actieve en blijvende partner, ook richting alumni. Om dit te kunnen waarmaken is er een samenwerking nodig tussen de hogescholen en zorgorganisaties, waarbij beide een rol spelen in de ondersteuning van de starters.

In het traject ‘Veerkrachtig Starten’ brengen we starters (peers) samen om met behulp van evidence-based technieken en een gestructureerd facilitatieproces hun opstartuitdagingen te verkennen en best practices uit te wisselen.

Niet enkel twintigers, niet enkel jongeren

Ten slotte: laten we onze blik verruimen. De zorg kent steeds meer zij-instromers: mensen die op latere leeftijd bewust kiezen voor een zorgcarrière. Ook zij zijn starters, met hun eigen kwetsbaarheden. Leeftijd is immers geen sluitende voorspeller van draagkracht.

De roep om meer zorgpersoneel is luid. Maar als we willen dat starters blijven, floreren en groeien in hun rol, moeten we eerst zorgen voor hen. Niet door louter “gaten” in roosters te vullen, maar door ze slimmer en doordacht te ondersteunen.

Namens het KdG-onderzoeksteam binnen het Samen aan Z-project (gefinancierd door Interreg Vlaanderen-Nederland)

Meer info over het project

Meer info op de site van Provincie Antwerpen

Onderzoekers

  • Sophie Albrecht is verpleegkundige, gerontoloog en senior onderzoeker aan de Karel de Grote Hogeschool. Ze heeft jarenlange ervaring als leidinggevende in de woonzorgsector en in ziekenhuizen, en begeleidt aan KdG studenten tijdens hun opleiding en stages. Momenteel leidt ze het project Veerkrachtig Starten, waarin ze startende zorgverleners samenbrengt via de methodiek van peerondersteuning.
  • Dr. Kathleen Van Royen is communicatiewetenschapper en gezondheidsbevorderaar. Als implementatieonderzoeker bekijkt ze dit proces vooral vanuit haar expertise in gedragsverandering.
  • Margo Wouters is verpleegkundige, onderzoeker en manager van het simulatielab aan de Karel de Grote Hogeschool. Ze verzorgt trainingen voor studenten en professionals in het werkveld, met een focus op (interprofessioneel) samenwerken en versterken van communicatievaardigheden.

Meer weten, samenwerken of een persvraag?

Je kan bij ons onderszoekscentrum Zorg in Connectie bijvoorbeeld terecht voor:

  • Praktische interventies en bijscholingen vanaf de levensstart tot de ouderenzorg.
  • Innovatieve methoden om de zorgpraktijk in jouw organisatie te verbeteren voor de patiënt en de zorgverlener.
  • Ondersteuning en verbetering van de positie van de zorgverlener.

Contacteer ons vrijblijvend

Hoe hou je zorgpersoneel langer aan zet? Zorg- en welzijnsorganisaties in Nederland en Vlaanderen worstelen met uitstroom en uitval. Dit project focust zich op een oplossing hiervoor.
date_range
Duur:
mei 2023 - mei 2026
attach_money
Financiering:
Interreg Vlaanderen-Nederland