Een dynamische portfolio aan opleidingen en een onderhoudscontract voor de diploma’s aan de Vlaamse hogescholen?

“Ja toch”, hoor ik u zeggen. “Dat is wat ik wil”. En dat is ook precies wat alle hogescholen willen. En ook exact dat waar VLHORA, de Vlaamse Hogescholenraad voor pleit.

De hogescholen willen opleidingen kunnen aanbieden die beantwoorden aan de noden van het werkveld en de samenleving en proactief inspelen op de toekomstige behoeften. Want de samenleving en de economie veranderen aan een ongezien, razendsnel tempo. Opleidingen zullen in datzelfde tempo mee moeten evolueren, als ze hun maatschappelijke relevantie willen behouden. Denk maar aan accountancy, het gedoodverfde voorbeeld: van klassieke boekhouder naar financieel adviseur. 

En toch is het precies dát wat de hogescholen willen: ze willen uitblinken in een dynamische portfolio aan opleidingen. Ze willen ermee beantwoorden aan de dynamische noden van het werkveld en de samenleving. 

“Is er dan een probleem?”, hoor ik u denken. “Als de hogescholen dat willen, waarom doen ze dat dan niet?”

Omdat ze gewoon de ruimte niet hebben. Het actualiseren van opleidingen kan gelukkig wél autonoom, maar om nieuwe opleidingen te mogen inrichten, zijn de Vlaamse hogescholen afhankelijk van een trage en vooral weinig voorspelbare overheidsprocedure. Die overheidsprocedure mag vanzelfsprekend blijven. Ze moet vooral beter: een snellere doorloop, een veel grotere voorspelbaarheid in de besluitvormingen, en op termijn ook meer gezamenlijke inspanningen van alle hogescholen om Vlaanderenbreed een doelmatig aanbod te ontwikkelen.

Een dynamische, flexibele en aanpasbare portfolio is ook belangrijk in de context van levenslang leren. Meer nog dan vandaag zal toekomstig talent de draad weer opnieuw willen oppikken om zich volledig of deels te heroriënteren. De Vlaamse hogescholen zijn, onder meer door hun relatie met het werkveld en andere opleidingsverstrekkers, geknipt om de inhoudelijke regierol op te nemen in de verdere onwikkeling van het levenslang leren.

Levenslang leren komt niet in de plaats van het bestaande aanbod, maar vraagt een ander leerconcept. Er is nood aan bijscholings- en heroriëntatiemogelijkheden op maat van het individu. Een aanbod van korte trajecten waar “leerders” gemakkelijk en flexibel op kunnen intekenen. Een leerconcept met een grotere inzet van digitalisering in de leeromgeving, een versterking van het peer-to-peer leren en een grotere vervlechting van werk- en leercontexten. Redenen genoeg om een dynamische portfolio van opleidingen te hebben.

Een te grote onderlinge competitie in het huidige financieringssysteem vormt een daadwerkelijke hindernis op weg naar een proactief en wendbaar opleidingsaanbod. Naast een ernstige update van het financieringssysteem voor de hogescholen is het ook aan de overheid om via financiële incentives alle betrokken partijen: de werkenden, de hogescholen en de partners uit het werkveld, te stimuleren om in de feiten levenslang te kunnen leren. 

Een dynamische portfolio aan opleidingen en een onderhoudscontract voor de diploma’s aan de hogescholen? Absoluut! Want ‘Goed moet geweldig worden’!

Veerle Hendrickx, voorzitter werkgroep onderwijsbeleid VLHORA, algemeen directeur Karel de Grote Hogeschool

www.talentvoormorgen.be