Kippenslachterijen: functionele applicaties en circulaire toepassingen voor reststromen (K-Factor)

In dit project ontwikkelen we een cascadesysteem: een beslissingsboom die bedrijven helpt bij de optimale valorisatie van nevenstromen. We nemen pluimveeslachterijen als casus, omdat zij diverse nevenstromen genereren die elk een andere valorisatieroute vereisen.

Pluimveeslachterijen produceren verschillende nevenstromen, waaronder categorie 2 en categorie 3 slachtafval, primair slib en spuislib uit waterzuivering.

  • Contact: hannes.sels@kdg.be
  • Onderzoekscentrum: Duurzame Industrie
  • Financiering: VLAIO (Tetra)
  • Duur onderzoek: 1 september 2024 - 31 augustus 2026
  • Partners
    • Apeiron-Team
    • Artislach
    • Belki
    • Desmet Belgium
    • Plukon Maasmechelen
    • Klaasen en Co
    • Pludis
    • Stam Agro
    • Van-O-Bel
    • Vereniging van Industriële Pluimveeslachterijen van België

Probleemstelling

De pluimveesector genereert jaarlijks aanzienlijke hoeveelheden nevenstromen, waaronder veren, bloed en slachtafval. Momenteel worden deze reststromen grotendeels verwerkt via vergisting tot biogas, verbranding of verwerking tot laagwaardige toepassingen zoals diermeel. Dit leidt tot inefficiënt gebruik van grondstoffen en onnodige economische verliezen.

Pluimveeslachterijen betalen aanzienlijke kosten voor de ophaling en verwerking van deze nevenstromen. Tegelijkertijd bestaat er een groeiende vraag naar duurzame en circulaire productieketens binnen de voedingsindustrie. De mogelijkheid om dierlijke nevenstromen te hergebruiken en te valoriseren tot hoogwaardige componenten biedt zowel ecologische als economische voordelen.

Ondanks deze opportuniteiten ontbreekt binnen de sector vaak de kennis en de tools om de meest efficiënte en duurzame verwerkingsmethoden te implementeren. Hierdoor blijft potentieel onbenut en ontstaat een afhankelijkheid van gespecialiseerde afvalverwerkingsbedrijven, die niet altijd streven naar maximale valorisatie.

Doelgroep

  • Primaire doelgroep: pluimveeslachterijen
  • Secundaire doelgroep: verwerkers en renderingsbedrijven

Onderzoeksvraag

Dit project onderzoekt de volgende centrale vraag:

"Hoe kunnen pluimveeslachterijen hun nevenstromen optimaal valoriseren om economische meerwaarde te genereren en tegelijkertijd de ecologische impact te reduceren?"

Deze hoofdvraag wordt verder uitgesplitst in de volgende subvragen:

  1. Welke componenten uit pluimvee-nevenstromen kunnen economisch en technologisch efficiënt worden geëxtraheerd?
  2. Welke technieken kunnen worden toegepast om deze componenten te isoleren en te hergebruiken in hoogwaardige toepassingen?
  3. Hoe kan een beslissingsmodel worden ontwikkeld dat bedrijven helpt bij het bepalen van de meest geschikte valorisatieroutes?
  4. Wat is de economische en ecologische impact van verschillende valorisatiestrategieën?

Door deze vragen te beantwoorden, wil K-FACTOR de pluimveesector ondersteunen in de transitie naar een circulaire en duurzame bedrijfsvoering.

Onderzoeksaanpak

De kern van het onderzoek is de ontwikkeling en validatie van een cascade-model. Bedrijven worden aan de hand van een beslissingsboom naar de beste verwerkingsstrategie geleid.

  1. Identificatie en karakteristieken van nevenstromen
    In deze eerste fase worden de verschillende nevenstromen van pluimveeslachterijen in kaart gebracht. Er wordt een gedetailleerde analyse uitgevoerd om de chemische en fysische eigenschappen te bepalen. De focus ligt op herbruikbare componenten zoals eiwitten, vetten en antioxidanten.
  2. Ontwikkeling van extractie- en verwerkingsmethoden:
    Op basis van de identificatie worden verschillende technieken getest om waardevolle stoffen uit de nevenstromen te halen. Dit omvat onder andere:
    • Eiwitextractie voor toepassingen in bioplastics en lijmen.
    • Vetextractie voor biodiesel en reinigingsmiddelen.
    • Antioxidanten en biopolymeren voor de voedings- en cosmeticasector.

      De selectie van technieken gebeurt op basis van efficiëntie, kosteneffectiviteit en ecologische impact.
  3. Validatie van het cascade-model
    Het ontwikkelde model wordt getest in praktijkcases met bedrijven uit de sector. De validatie gebeurt aan de hand van industriële toepassingen om te evalueren of de extractiemethoden rendabel en duurzaam zijn.
  4. Economische en juridische haalbaarheid: alternatieve businessmodellen
    In deze stap onderzoeken we de economische haalbaarheid van het hergebruik van nevenstromen. Studenten Bedrijfsmanagement en experts analyseren kosten, logistiek en wetgeving om duurzame businessmodellen te ontwikkelen. Er wordt gekeken naar centrale en decentrale verwerking om bedrijven optimaal te ondersteunen. Het doel is een zero-waste aanpak, met praktijkvoorbeelden en begeleiding, zodat bedrijven deze strategie eenvoudig kunnen toepassen en integreren in hun dagelijkse werking.
  5. Kennisverspreiding en implementatie
    De resultaten worden gedeeld met bedrijven, sectororganisaties en het bredere publiek via studiedagen, workshops en publicaties. Daarnaast worden studenten van Karel de Grote Hogeschool actief betrokken via stages en praktijkopdrachten.

Verwachte resultaten

  • Een cascademodel voor de valorisatie van nevenstromen.
  • 7 validaties/applicaties.
  • Alternatieve businessmodellen per nevenstroom, gericht op maximale extractie en valorisatie van meerdere componenten. We streven zo naar een zero-waste systeem.
  • Een studiedag voor een brede doelgroep, georganiseerd door studenten en onderzoekers.

Onderzoekers

Meer weten of samenwerken?

Je kan bij ons onderzoekscentrum Duurzame Industrie onder meer terecht voor:

  • Het vergroenen van chemische processen en hergebruiken van afvalstromen.
  • In-house ontwikkelde AI-gebaseerde tools om processen en producten te optimaliseren.
  • Het ontwikkelen van alternatieve aandrijfsystemen, brandstofsystemen voor alternatieve brandstoffen en emissiemetingen op verbrandingsmotoren.
  • Analyses van voertuigdata door simulaties en reverse engineering op CAN-bussystemen.

Contacteer ons vrijblijvend