De buitenschoolse opvang in Vlaanderen is bezig met een belangrijke hervorming. Vanaf 2026 zal elke gemeente een geïntegreerd aanbod aan buitenschoolse opvang en activiteiten voorzien. Het Onderzoekscentrum Pedagogie in Praktijk pleit voor het belang en de urgentie van natuurbeleving in dit nieuwe BOA-decreet. Op basis van een systematische review kwamen we tot vier argumentengroepen die het belang van natuurbeleving in de buitenschoolse opvang onderbouwen.
Ieder kind recht op natuur in de buitenschoolse opvang?
Het decreet Buitenschoolse Opvang en Activiteiten (BOA) van 3 mei 2019 beschrijft de voorwaarden waaraan de organisatie van buitenschoolse opvang en de afstemming tussen buitenschoolse activiteiten vanaf 2026 moeten voldoen. Dat aanbod moet er zijn voor alle kinderen tussen 2,5 en 12 jaar en gebeurt via een samenwerking tussen alle relevante actoren (onderwijs, welzijn, jeugd, cultuur en sport). De regie ligt in handen van de gemeente.
Dit nieuwe decreet, noch het bijhorende inspiratiekader, formuleert specifieke verwachtingen en acties rond natuurbeleving. Dat gebrek aan aandacht vormde de aanleiding van het onderzoeksproject BOANa. In het eerste projectjaar van BOANa (2023-2024) deden we een systematische review met dit onderzoeksrapport ‘Ieder kind recht op natuur’? als resultaat. Met dit rapport bepleiten we bij beleid en praktijk waarom natuurbeleving belangrijk en urgent is voor alle kinderen in de buitenschoolse opvang.
Natuurbeleving: een fundament voor duurzaamheid
De buitenschoolse opvang is voor alle kinderen, ook stadskinderen, een uitgelezen kans om dagelijks de natuur te beleven. We zien natuurbeleving als een belangrijk onderdeel van ecologisch bewustzijn en een duurzame levenshouding. Het is belangrijk om kinderen zo vroeg mogelijk frequente en betekenisvolle ervaringen te bieden in en met de natuur, zo stelt ons rapport.
Vier argumenten pro natuurbeleving
Het onderzoeksrapport biedt beleidsmakers, lokale besturen en BOA-aanbieders wetenschappelijk onderbouwde argumenten over het belang en de urgentie van natuurbeleving in de buitenschoolse opvang. Deze 4 argumentengroepen helpen hen om visies, maatregelen en acties rond natuurbeleving te verantwoorden, onderbouwen en realiseren in beleid en praktijk. Deze argumenten overlappen elkaar, beïnvloeden elkaar wederzijds en zijn ook complementair.
Benieuwd naar deze argumenten?
Via de BOANa projectpagina vind je ons onderzoeksrapport ‘Ieder kind recht op natuur?’ terug.
Wordt vervolgd
Tijdens het tweede projectjaar (2024-2025) ontwikkelen we een praktisch bruikbaar instrument dat de integratie van natuurbeleving in de dagelijkse werking van de buitenschoolse opvang faciliteert voor bovenlokale netwerken, BOA-regisseurs en -ondersteuners, en daarnaast ook deels voor de praktijk.
We organiseren vier testgroep bijeenkomsten om de bruikbaarheid en effectiviteit ervan af te toetsen bij beleid en praktijk.
Meer weten, samenwerken of een persvraag?
Je kan bij ons onderzoekscentrum Pedagogie in Praktijk bijvoorbeeld terecht voor:
- Ondersteuning die past bij organisaties die werken met kinderen en hun gezinnen.
- Intervisie, werkplekleren, spellen, methodieken en online reflectietools.
Contacteer ons vrijblijvend
- Bel +32 3 613 15 12
- E-mail karolien.vangeldre@kdg.be